Thuiswerkers werken in de zomermaanden meer thuis

In het derde kwartaal van 2024 waren er 9,8 miljoen werkenden van 15 tot 75 jaar. Hiervan waren er gemiddeld 7,6 miljoen per week daadwerkelijk aan het werk. Een deel werkte niet vanwege bijvoorbeeld vakantie, ziekte of flexibele uren.

In het eerste en vierde kwartaal van het jaar worden gemiddeld de meeste uren gewerkt per week. In de afgelopen jaren waren dat vooral meer niet-thuisgewerkte uren dan in andere kwartalen..

In het derde kwartaal werden de meeste uren thuisgewerkt. Thuiswerkers werkten in het derde kwartaal van 2024 gemiddeld 15,3 uur per week thuis, in het tweede kwartaal van dat jaar was dat 14,5 uur. Mensen die (ook) hebben thuisgewerkt, werken in totaal gemiddeld meer uren dan niet-thuiswerkers. Niet-thuiswerkers werken relatief vaak in bedrijfstakken met (kleine) deeltijdbanen.

Thuisgewerkte en niet-thuisgewerkte uren per week (gemiddeld)
2022 3e kwartaal 19,9 16,7 17,6
2022 4e kwartaal 22,4 15,8 18,5
2023 1e kwartaal 23,1 14,8 19,4
2023 2e kwartaal 22,8 14,0 18,5
2023 3e kwartaal 19,6 15,5 18,3
2023 4e kwartaal 22,2 14,5 19,7
2024 1e kwartaal 22,8 15,0 19,1
2024 2e kwartaal 22,5 14,4 19,3
2024 3e kwartaal 19,5 15,3 18,9

In het derde kwartaal vaker werktijd thuis

In het derde kwartaal van 2024 waren bijna 2,2 miljoen werkenden in een gemiddelde week niet aan het werk. In het eerste en tweede kwartaal waren dat er 1,1 en 1,2 miljoen. Hoewel er minder mensen daadwerkelijk werkten, waren er wel ongeveer evenveel mensen als in andere kwartalen die 80 tot 100 procent van hun werktijd thuiswerkten. In het derde kwartaal van 2024 gold dat voor 653 duizend personen. Mede hierdoor en door vakanties is het in de zomermaanden dus een stuk rustiger op kantoren en bedrijfslocaties.

Werkzame beroepsbevolking naar thuiswerkpercentage, 15 tot 75 jaar
2023 4e kwartaal 4843 129 1711 1084 678 1290
2024 1e kwartaal 4975 199 1641 1096 689 1147
2024 2e kwartaal 4994 157 1692 1043 665 1208
2024 3e kwartaal 4398 141 1368 991 653 2161

Na 2022 minder uren thuisgewerkt

Het deel van de werkuren thuis is na 2022 gedaald. In het derde kwartaal van 2022 werd gemiddeld nog 21,3 procent van alle gewerkte uren thuis gemaakt. In hetzelfde kwartaal van 2023 en 2024 was dit afgenomen naar 19,9 en 19,4 procent. Ook het aantal thuis gewerkte uren door mensen die (deels) thuiswerken daalde in de afgelopen jaren, van gemiddeld 16,7 uur per week in het derde kwartaal van 2022 naar 15,3 uur in hetzelfde kwartaal van 2024.

Thuiswerkers, werkzame beroepsbevolking 15 tot 75 jaar
2022 3e kwartaal 21,3
2022 4e kwartaal 22,2
2023 1e kwartaal 20,9
2023 2e kwartaal 19,0
2023 3e kwartaal 19,9
2023 4e kwartaal 19,4
2024 1e kwartaal 19,6
2024 2e kwartaal 18,8
2024 3e kwartaal 19,4

Meeste thuiswerkers in de financiële dienstverlening en ICT

In de afgelopen vier kwartalen werd het meest thuisgewerkt in de financiële dienstverlening en informatie en communicatie. In beide bedrijfstakken werkten mensen rond de 45 procent van de uren thuis. Daarna volgen de bedrijfstakken landbouw en visserij, en openbaar bestuur en overheidsdiensten, waar ongeveer een derde van de uren wordt thuisgewerkt.

Bepaald werk leent zich minder goed om thuis te doen, zoals werk in de horeca, bouw en vervoer en opslag, waar het aandeel thuisgewerkte uren dan ook het laagst was. Ook werd er relatief weinig thuisgewerkt in de industrie, zorg en handel.

Thuisgewerkte uren naar bedrijfstak, 4e kwartaal 2023 t/m 3e kwartaal 2024
Financiële dienstverlening 45,2
Informatie en communicatie 43,7
Landbouw, bosbouw en visserij 33,2
Openbaar bestuur en overheidsdiensten 32,4
Specialistische zakelijke diensten 32,0
Cultuur, sport en recreatie 26,7
Verhuur en handel van onroerend goed 26,7
Overige dienstverlening 24,8
Onderwijs 19,1
Verhuur en overige zakelijke diensten 16,0
Handel 11,4
Gezondheids- en welzijnszorg 11,2
Industrie 10,3
Vervoer en opslag 8,4
Bouwnijverheid 7,5
Horeca 5,6

Plaats een reactie