Loopbaan voor 25 tot 45 jarigen stagneert

Het percentage 25- tot 45-jarigen met werk (de nettoarbeidsparticipatie) kwam in 2024 uit op 87,4. In 2014 was dit nog 82,9 procent. Voor mannen was de toename minder sterk (2,5 procentpunt) dan voor vrouwen (6,5 procentpunt). Voor beide is de groei afgevlakt sinds 2022.

Naast de verbeterende economische omstandigheden sinds 2014 speelt bij de groei in de arbeidsparticipatie van 25- tot 45-jarigen ook het toegenomen onderwijsniveau mee. De arbeidsdeelname is het hoogst onder hbo’ers en wo’ers. In 2024 had 52,5 procent van de 25- tot 45-jarigen een hbo- of wo-diploma behaald. In 2014 was dit nog 41,0 procent. Deze toename was sterker bij vrouwen dan bij mannen. 

Nettoarbeidsparticipatie, 25 tot 45 jaar
2003 82,7 91,9 73,2
2004 82,7 91,7 73,6
2005 83,1 91,9 74,2
2006 84,6 93,1 76,1
2007 86,2 94,2 78,0
2008 87,6 95,3 79,7
2009 87,0 93,9 79,9
2010 85,9 92,4 79,4
2011 85,3 91,7 78,8
2012 84,7 90,9 78,6
2013 83,2 88,3 78,2
2014 82,9 88,5 77,2
2015 83,3 89,0 77,6
2016 83,8 89,4 78,1
2017 84,3 89,9 78,7
2018 85,5 90,5 80,4
2019 86,0 90,5 81,4
2020 85,7 90,0 81,5
2021 86,4 90,6 82,1
2022 87,3 90,8 83,7
2023 87,5 91,0 84,0
2024 87,4 91,0 83,7

Ruim 4 op de 10 mensen in de beroepsbevolking 25 tot 45 jaar

De  van 15 tot 75 jaar bestond in 2024 uit 10,2 miljoen mensen. Hiervan waren 4,1 miljoen 25 tot 45 jaar (40,4 procent). Het aandeel 25- tot 45-jarigen in de beroepsbevolking neemt sinds 2020 toe. Vanwege de vergrijzing en de stijging van de pensioenleeftijd groeide tot 2020 vooral het aandeel 45- tot 75-jarigen in de beroepsbevolking. Mede doordat het aantal mensen van 25 tot 45 jaar in de bevolking sinds 2020 toeneemt, groeit ook het aantal mensen van deze leeftijd in de beroepsbevolking weer. 

Beroepsbevolking naar leeftijd
2003 18,1 49,9 32,0
2004 17,7 49,4 32,9
2005 17,5 48,6 33,8
2006 17,5 47,9 34,6
2007 17,8 46,7 35,5
2008 17,8 45,7 36,4
2009 17,7 44,8 37,4
2010 17,5 44,0 38,5
2011 17,5 43,2 39,4
2012 17,6 42,4 40,0
2013 17,6 41,9 40,6
2014 17,3 41,3 41,4
2015 17,5 40,4 42,1
2016 17,5 40,0 42,6
2017 17,5 39,7 42,8
2018 17,5 39,5 43,0
2019 17,6 39,4 43,0
2020 17,3 39,7 43,0
2021 17,3 39,9 42,7
2022 17,7 39,9 42,3
2023 17,9 40,1 42,0
2024 17,8 40,4 41,8

451 duizend 25- tot 45-jarigen buiten de beroepsbevolking

In 2024 behoorden 451 duizend mensen, 303 duizend vrouwen en 148 duizend mannen,  van 25 tot 45 jaar niet tot de beroepsbevolking. Van hen waren er 75 duizend die niet gezocht hebben naar werk of niet beschikbaar waren. Daarnaast waren er 376 duizend mannen en vrouwen die zowel niet gezocht hebben als niet beschikbaar waren. 

De belangrijkste reden om niet te zoeken en beschikbaar te zijn voor werk is ziekte of arbeidsongeschiktheid. In 2024 gaf 44 procent van de 25- tot 45-jarigen die niet tot de beroepsbevolking behoren dit aan. Voor vrouwen is daarnaast zorg voor gezin of huishouden een belangrijke reden. Dit gaf 30 procent van de vrouwen aan. 

Niet-beroepsbevolking 25 tot 45 jaar, naar reden niet werkzaam, 2024
Mannen 17 17 5 27 71 12
Vrouwen 19 23 91 33 126 11

Plaats een reactie