Economie groeit met 0,8 procent in derde kwartaal 2024

Ook het totaalbeeld is niet veranderd. Het bbp in het derde kwartaal nam vooral toe doordat de consumptie door huishoudens en overheid steeg. Het handelssaldo daalde echter.

Bruto binnenlandse product (volume), seizoengecorrigeerd
4e kwartaal 95,4
2021 1e kwartaal 96,2
2021 2e kwartaal 99,9
2021 3e kwartaal 101,8
2021 4e kwartaal 102
2022 1e kwartaal 103
2022 2e kwartaal 105,7
2022 3e kwartaal 105,7
2022 4e kwartaal 105,6
2023 1e kwartaal 105,4
2023 2e kwartaal 105,2
2023 3e kwartaal 104,8
2023 4e kwartaal 105
2024 1e kwartaal 104,7
2024 2e kwartaal 105,8
2024 3e kwartaal 106,7

Tweede berekening

De tweede berekening wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. De eerste berekening, ongeveer 45 dagen na afloop van een kwartaal, is op basis van de dan beschikbare informatie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, zoals van de bouw, de zakelijke dienstverlening, de horeca, de overheid, de zorg en de financiële instellingen die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen.

De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2019-2023) gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en 0,7 procentpunt, allebei in 2021.

Bijstelling groei in voorgaande kwartalen

Bij elke nieuwe berekening van het bbp bepaalt het CBS ook opnieuw de seizoengecorrigeerde reeks van de eerder gepubliceerde kwartalen. Dat heeft niet geleid tot een bijstelling van de bbp-groei in de voorgaande kwartalen.

Groei ten opzichte van het derde kwartaal van 2023

Ten opzichte van een jaar eerder groeide de economie in het derde kwartaal met 1,7 procent. Volgens de eerste berekening was dat ook 1,7 procent. Het totaalbeeld is ook niet veranderd. De stijging van de overheidsconsumptie en de consumptie door huishoudens droeg het meest bij aan de groei. Het handelssaldo droeg negatief bij.

Bruto binnenlands product (volume)
4e kwartaal -2,9
2021 1e kwartaal -1,1
2021 2e kwartaal 11,8
2021 3e kwartaal 7
2021 4e kwartaal 7,6
2022 1e kwartaal 6,9
2022 2e kwartaal 5,7
2022 3e kwartaal 3,7
2022 4e kwartaal 3,8
2023 1e kwartaal 1,9
2023 2e kwartaal -0,3
2023 3e kwartaal -0,7
2023 4e kwartaal -0,5
2024 1e kwartaal -0,6
2024 2e kwartaal 0,8
2024 3e kwartaal 1,7

Aantal banen groeit met 20 duizend

Volgens de tweede berekening steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het derde kwartaal met 20 duizend ten opzichte van het tweede kwartaal van 2024. De eerste berekening kwam uit op een toename van 18 duizend banen.

Ten opzichte van het derde kwartaal van 2023 waren er in het derde kwartaal van 2024 volgens de tweede berekening 107 duizend banen van werknemers en zelfstandigen meer. Dat was bij de eerste berekening 104 duizend.

Banen van werknemers en zelfstandigen (seizoengecorrigeerd)
4e kwartaal -3
2021 1e kwartaal 10
2021 2e kwartaal 144
2021 3e kwartaal 170
2021 4e kwartaal 67
2022 1e kwartaal 117
2022 2e kwartaal 108
2022 3e kwartaal 81
2022 4e kwartaal 76
2023 1e kwartaal 41
2023 2e kwartaal 19
2023 3e kwartaal 36
2023 4e kwartaal 39
2024 1e kwartaal 32
2024 2e kwartaal 22
2024 3e kwartaal 20

Plaats een reactie