Conjunctuur vooral invloed op loopbaan bij Buiten-Europese herkomst

Uit eerder onderzoek bleek dat in Nederland geboren mensen van wie de ouder(s) buiten Europa geboren zijn — de tweede generatie van Buiten-Europese herkomst —na het afstuderen moeilijker aansluiting op de arbeidsmarkt vinden dan gemiddeld. Deze herkomstverschillen spelen vooral bij mannen. Nu is onderzocht of dit ook afhangt van de conjunctuur. Daarvoor zijn de loopbanen vergeleken van mannen die in 2007/’08 of 2017/’18 afstudeerden toen er veel werk beschikbaar was (hoogconjunctuur), en die afstudeerden in 2012/’13 toen er weinig werk beschikbaar was (laagconjunctuur).

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt moeizamer bij laagconjunctuur

In tijden van laagconjunctuur hebben mannen drie maanden na het afstuderen minder vaak betaald werk dan in tijden van hoogconjunctuur. Ook hebben mannen dan minder vaak een inkomen van ten minste het voltijds wettelijk minimumloon. Deze nadelen spelen sterker bij mannen van Buiten-Europese herkomst. Van de in 2012/’13 (laagconjunctuur) afgestudeerden van Buiten-Europese herkomst had rond de 50 procent na drie maanden zo’n inkomen, waar dat bij alle mannen toen gemiddeld 64 procent was.

Persoonlijk inkomen drie maanden na afstuderen, naar herkomst
2017/’18
Totaal 76,0 24,0
Turkije 68,8 31,2
Marokko 63,8 36,2
Suriname 62,1 37,9
Nederlandse
Cariben
62,2 37,8
Overig Buiten-
Europa
67,3 32,7
2012/’13
Totaal 63,5 36,5
Turkije 50,4 49,6
Marokko 45,4 54,6
Suriname 50,7 49,3
Nederlandse
Cariben
52,4 47,6
Overig Buiten-
Europa
55,1 44,9
2007/’08
Totaal 79,9 20,1
Turkije 72,7 27,3
Marokko 64,9 35,1
Suriname 70,8 29,2
Nederlandse
Cariben
73,4 26,6
Overig Buiten-
Europa
74,6 25,4

Effect aansluiting arbeidsmarkt op verdere loopbaan

Er is ook gekeken naar de verdere loopbaan van mannen die in 2007/’08 zijn afgestudeerd. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen degenen die drie maanden na afstuderen een inkomen van tenminste het voltijds wettelijk minimumloon hadden (‘snelle aansluiting’), en degenen die dat niet hadden (‘langzame aansluiting’). Hoeveel uur heeft iemand sindsdien gewerkt, en hoeveel minder is dat vergeleken met de hele periode voltijds werken?

Langzame aansluiting werkt door op loopbaan

Een langzame aansluiting op de arbeidsmarkt heeft langdurig effect op de loopbaan. Mannen die langzaam aansluiting op de arbeidsmarkt vonden, blijken minder werkervaring op te bouwen dan degenen met een snelle aansluiting. Dat komt vooral doordat zij hun loopbaan vaker onderbreken, maar ook doordat zij minder vaak voltijds werken. De achterstand in werkervaring blijft gedurende de hele periode na afstuderen zichtbaar.

Gewerkte uren na afstudeerjaar 2007/’08
2008 88,7 48,9 85,1 39,0
2009 93,9 55,2 91,5 45,0
2010 94,0 62,9 91,1 52,8
2011 94,2 67,5 91,3 57,7
2012 94,2 70,4 91,3 60,7
2013 94,1 72,1 91,0 62,3
2014 94,0 73,4 90,9 63,5
2015 94,0 74,6 90,8 64,9
2016 94,1 75,7 90,8 66,1
2017 94,1 76,7 90,8 67,4
2018 94,2 77,6 90,8 68,5
2019 94,2 78,4 90,9 69,5
2020 94,2 79,0 90,9 70,2
2021 94,1 79,5 90,9 70,8
2022 94,1 80,0 90,9 71,4

Tweede generatie met langzame aansluiting bouwt minder werkervaring op

Binnen de groep met een snelle aansluiting zijn de verschillen naar herkomst klein. Dat is anders bij de langzame aansluiters. In 2022 had de gemiddelde man met een langzame aansluiting in totaal 20 procent minder gewerkt dan wanneer hij na het afstuderen continu voltijd gewerkt zou hebben. Bij de mannen van Buiten-Europese herkomst met een langzame aansluiting was dat 30 procent minder.

Plaats een reactie