Zorg en welzijn bedrijfstak met grootste aandeel vrouwen

Vrouwen en mannen naar bedrijfstak, 2023*
Gezondheids- en welzijnszorg 80,4 19,6
Onderwijs 63,8 36,2
Verhuur en overige zakelijke diensten 55,7 44,3
Horeca 49,4 50,6
Cultuur, sport en recreatie 49,2 50,8
Verhuur en handel van onroerend goed 46,2 53,8
Handel 44,8 55,2
Openbaar bestuur en overheidsdiensten 44,3 55,7
Financiële dienstverlening 43,0 57,0
Specialistische zakelijke diensten 40,4 59,6
Landbouw, bosbouw en visserij 34,3 65,7
Energievoorziening 27,6 72,4
Informatie en communicatie 26,8 73,2
Vervoer en opslag 24,0 76,0
Industrie 23,7 76,3
Waterbedrijven en afvalbeheer 19,5 80,5
Delfstoffenwinning 16,5 83,5
Bouwnijverheid 12,2 87,8
*voorlopige cijfers

Zorg en welzijn: een ‘vrouwensector’

Het aantal banen in de gezondheids- en welzijnszorg was in 2023 bijna verdubbeld ten opzichte van 1995, tot ruim 1,8 miljoen, waarmee deze bedrijfstak in 2023 de meeste banen in Nederland telde. De verhouding tussen mannen en vrouwen bleef hierbij grotendeels stabiel: in 2023 werd ruim 80 procent van de zorgbanen door vrouwen vervuld. In 1995 was dit nog ruim 78 procent.

Banen in de gezondheids- en welzijnszorg, verdeling vrouwen-mannen
1995 768 212
1996 788 221
1997 814 232
1998 841 242
1999 866 246
2000 878 246
2001 908 255
2002 962 263
2003 1008 265
2004 1014 260
2005 1053 269
2006 1073 292
2007 1109 301
2008 1148 317
2009 1190 318
2010 1259 307
2011 1295 308
2012 1307 311
2013 1295 309
2014 1266 306
2015 1248 305
2016 1248 305
2017 1275 309
2018 1311 313
2019 1356 323
2020 1391 331
2021 1430 342
2022* 1460 353
2023* 1483 363
*voorlopige cijfers

Toename banen in het onderwijs, merendeel vrouwen

In 1995 waren de bijna 500 duizend banen in de bedrijfstak onderwijs ongeveer gelijk verdeeld tussen mannen en vrouwen. Door de jaren heen bleef het aantal banen van mannen vrijwel stabiel rond 250 duizend, terwijl het aantal door vrouwen bezette banen in die tijd steeg naar 474 duizend. Dat was in 2023 bijna twee derde van alle banen in het onderwijs. De bedrijfstak onderwijs omvat alle vormen van openbaar en particulier onderwijs, waaronder zowel het regulier onderwijs, als cultureel, sport- en recreatieonderwijs aan niet-professionele beoefenaars en auto- en motorrijscholen.

Banen in het onderwijs, verdeling vrouwen-mannen
1995 249 240
1996 250 246
1997 251 247
1998 254 249
1999 266 240
2000 272 243
2001 283 244
2002 300 245
2003 307 253
2004 316 246
2005 319 250
2006 316 251
2007 331 255
2008 342 261
2009 347 268
2010 368 246
2011 374 246
2012 374 242
2013 373 236
2014 375 234
2015 381 233
2016 388 235
2017 394 237
2018 404 239
2019 415 242
2020 422 243
2021 441 251
2022* 464 263
2023* 474 269
*voorlopige cijfers

De bouw: een mannenwereld

In de bouw was rond de 90 procent van de banen in handen van mannen. Tussen 1995 en 2023 nam het aantal banen met 22 procent toe. De groei binnen de bedrijfstak is volledig te danken aan de toename van het aantal zelfstandigen, die in 2023 liefst 46 procent van alle banen in de bouw uitmaakten.

Banen van mannen in de bouw
1995 342 147
1996 349 149
1997 359 153
1998 367 149
1999 378 154
2000 387 148
2001 390 147
2002 385 145
2003 367 141
2004 355 145
2005 352 149
2006 350 153
2007 354 167
2008 355 174
2009 347 177
2010 334 163
2011 328 169
2012 315 172
2013 286 168
2014 269 173
2015 264 177
2016 263 181
2017 271 189
2018 279 203
2019 288 220
2020 293 220
2021 299 240
2022* 304 261
2023* 309 274
*voorlopige cijfers

Plaats een reactie